Een kleurslag die steeds weer tot de verbeelding spreekt en liefhebbers trekt is de patrijskleur.


De haan.:
Kop: Oranjerood.
Hals en Zadel: Oranjegeel met een zwarte schachtstreeptekening. Deze schachtstreeptekening mag niet doorlopen tot het einde van de veer (doorbreken), maar moet overal omringd zijn door oranjegeel.
Schouders en rug: rood.
Staartstuurveren: Zwart.
Sikkels en bijsikkels: Groenglanzend zwart
Romp en achterlijf: Zwart.
Borst en voorzijde hals: Groenglanzend zwart zonder tekening.
Vleugels:
Vleugelboeg (meestal afgedekt door de halskraag): Zwart.
Vleugelband: Groenglanzend zwart
Grote slagpennen: Zwart met bruine buitenvaan.
Kleine slagpennen: Zwart met een buitenvaan die voor ongeveer 3/5 deel bruin is, waardoor de vleugeldriehoek gevormd wordt.
Donskleur: Grijsachtig.


De hen:
kop: goudgeel, iets donkerder dan de hals.
Hals: Halskraag lichtgoudgeel met zwarte schachtstreeptekening, die net als bij de haan niet mag doorbreken.
Schouders, rug en zadel: Zo gelijk mogelijk van kleur, goudgrijsbruin met fijne zwarte streepjes (pepering) zo regelmatig mogelijk over de veer verdeeld. De pepering moet niet gezoomd gaan liggen en niet samenklonteren. Bovendien zijn lichte veernerven een fout.
Staart: Saartstuurveren zwart, behalve de twee bovenste staartstuurveren en de staartdekveren die dezelfde kleur en tekening hebben als de schouders en rug.
Voorzijde hals en borst: Warm zalmkleurig bruin.
Vleugels:
Boeg-, vleugelband- en vleugeldekveren: Hetzelfde als de rugveren.
Grote slagpennen: Zwartbruin met smalle grijsbruine buitenvaan.
Kleine slagpennen: Binnenvaan zwartbruin, buitenvaan kleur en tekening als de rugveren.
Romp en achterlijf: Askleurig bruin.
Dons in alle veerpartijen: grijsachtig.

Additional information